Geen voorliefde voor André Rieu
Bij de diagnose dementie krijg je niet automatisch ook een voorliefde voor André Rieu!
Helaas wordt dit wel vaak gedacht en klinkt in veel verpleeghuizen de hele dag de muziek van André Rieu. Als Freya en ik dit tijdens een training vertellen beginnen de deelnemers (zorgprofessionals) vaak beschaamd te lachen. Het is bijna altijd herkenbaar.
Natuurlijk zijn er een heleboel ouderen die wel van André Rieu houden. Waarschijnlijk net zoveel als de mensen die het verschrikkelijk vinden. Persoonlijk vind ik het heftige muziek die me snel op de zenuwen werkt. Nou ben ik bij machte om te vragen of de muziek uit mag, zelf de muziek uit te doen of de ruimte te verlaten om me te onttrekken aan alle violen trompetten.
Maar wat als je dat allemaal niet meer kan? Je niet meer in staat bent goed duidelijk te maken dat je de muziek echt niet trekt en er totaal overprikkeld van raakt? Dan ga je ander gedrag vertonen. Je wordt boos, gaat roepen, trekt je terug, wordt agressief of probeert weg te komen. (Die neiging heb ik nu zelfs al als ik te lang klassieke muziek moet aanhoren). Dat gebeurt er als er niet goed gekeken wordt naar wat jij leuk vindt en nodig hebt.
De ouderen van nu waren vaak jongvolwassenen in de tijd van de Beatles, ABBA, Rolling Stones. Luisterden later misschien wel naar Guns ‘n Roses of Metallica. Niet iedereen slaat aan op Zangeres zonder Naam, Twee reebruine ogen of Daar bij die molen.
Daarom is het belangrijk om jouw persoon met dementie te kennen. Te weten welke muzieksmaak hij of zij heeft. Uit te proberen waar iemand van ‘aan’ gaat. Daarmee kun je echt contact maken en voorkom je ‘onbegrepen’ gedrag. Of nou ja, onbegrepen…eigenlijk begrijpen we het allemaal wel toch?
Geen voorliefde voor André Rieu
Bij de diagnose dementie krijg je niet automatisch ook een voorliefde voor André Rieu!
Helaas wordt dit wel vaak gedacht en klinkt in veel verpleeghuizen de hele dag de muziek van André Rieu. Als Freya en ik dit tijdens een training vertellen beginnen de deelnemers (zorgprofessionals) vaak beschaamd te lachen. Het is bijna altijd herkenbaar.
Natuurlijk zijn er een heleboel ouderen die wel van André Rieu houden. Waarschijnlijk net zoveel als de mensen die het verschrikkelijk vinden. Persoonlijk vind ik het heftige muziek die me snel op de zenuwen werkt. Nou ben ik bij machte om te vragen of de muziek uit mag, zelf de muziek uit te doen of de ruimte te verlaten om me te onttrekken aan alle violen trompetten.
Maar wat als je dat allemaal niet meer kan? Je niet meer in staat bent goed duidelijk te maken dat je de muziek echt niet trekt en er totaal overprikkeld van raakt? Dan ga je ander gedrag vertonen. Je wordt boos, gaat roepen, trekt je terug, wordt agressief of probeert weg te komen. (Die neiging heb ik nu zelfs al als ik te lang klassieke muziek moet aanhoren). Dat gebeurt er als er niet goed gekeken wordt naar wat jij leuk vindt en nodig hebt.
De ouderen van nu waren vaak jongvolwassenen in de tijd van de Beatles, ABBA, Rolling Stones. Luisterden later misschien wel naar Guns ‘n Roses of Metallica. Niet iedereen slaat aan op Zangeres zonder Naam, Twee reebruine ogen of Daar bij die molen.
Daarom is het belangrijk om jouw persoon met dementie te kennen. Te weten welke muzieksmaak hij of zij heeft. Uit te proberen waar iemand van ‘aan’ gaat. Daarmee kun je echt contact maken en voorkom je ‘onbegrepen’ gedrag. Of nou ja, onbegrepen…eigenlijk begrijpen we het allemaal wel toch?