Plassen? Nee, aandacht
Ik was 19, studeerde en was net samen gaan wonen in Utrecht. Ik besloot als bijbaan te gaan werken in een verpleeghuis. Zo een die je vroeger veel zag. Met 4 of 6 persoonskamers. Met een rookhol waar de rokende zorgmedewerkers na elke bewoner die ze uit bed hadden gehaald, bijkwamen met een sigaret, en elkaar steeds vroegen ‘hoeveel ze er al hadden gedaan.’ Ze bedoelden dan, hoeveel mensen ze al uit bed hadden geholpen.
Ik als uitzendkracht kreeg vaak de ‘moeilijke’ gevallen. De mensen die je op bed moest wassen en aankleden en met een tillift uit bed moest halen. Dus als ik dan met mijn adem in dat rookhol binnen kwam, kon ik meestal maar antwoorden met ‘1’. Om vervolgens te horen dat anderen er al 3 of 4 hadden gedaan. Als ik dan zei dat je op deze manier geen mensen kunt vergelijken, werd ik meewarig en smalend aangekeken.
Strak regime
Er heerste een strak regime. Opstaan, ontbijten, plasronde, koffie, activiteit, lunch, plasronde enz.
Mevrouw Bakker woonde er al een tijdje. Naast lichamelijke problemen, had ze ook dementie. Ze moest vaak naar de wc. Meestal buiten de plasrondes. Dit was veel werk, want mevrouw moest met een tillift naar het toilet worden geholpen. Wanneer iedereen geweest was, dan moest mevrouw wéér naar de wc. Ze was hier heel dwingend in. Ze reed bijvoorbeeld een medewerker klem en eiste dat ze naar de wc werd geholpen.
Medewerkers gingen haar ontlopen, negeren en werden boos. Er werd geroepen dat ze het maar in haar inco moest doen. Het hielp niks. Sterker nog, het dwingende gedrag werd steeds erger.
Aandacht
Ik wist natuurlijk nog niet veel over zorg of dementie, maar voelde wel dat er iets anders achter zat. Toen ik vroeg of mevrouw misschien eigenlijk een andere behoefte had dan plassen, werd er geïrriteerd gereageerd. ‘Nee hoor, ze wil gewoon aandacht!’
Ah, dan zit dat er dus achter dacht ik, maar durfde er niet teveel over te zeggen.
Nu weet ik dat mevrouw waarschijnlijk inderdaad vooral behoefte had aan aandacht.
Mensen met dementie voelen zich vaak onveilig. De woonomgeving is onbekend, de mensen niet vertrouwd en de drukte op de afdeling zorgt voor overprikkeling. Het gevolg kan zijn dat iemand met dementie dan steun gaat zoeken. Veiligheid, houvast. Iemand die even exclusief de aandacht voor ze heeft en ze helpt met een handeling die ze goed kent. Misschien was het toilet vroeger thuis ook wel een rustplek voor mevrouw. En als je merkt dat er verder weinig naar je wordt omgekeken tenzij je naar de wc moet, dan is dat dus de manier om te krijgen wat je nodig hebt.
Beter was geweest als mevrouw op een positieve manier aandacht had gekregen. Door een praatje, aanraking of het doen van een activiteit. Dan had ze zich gezien en gehoord gevoeld en had ze afleiding gehad. Grote kans dat ze genoeg had aan de standaard plasrondes die er waren ingesteld.
Plassen? Nee, aandacht
Ik was 19, studeerde en was net samen gaan wonen in Utrecht. Ik besloot als bijbaan te gaan werken in een verpleeghuis. Zo een die je vroeger veel zag. Met 4 of 6 persoonskamers. Met een rookhol waar de rokende zorgmedewerkers na elke bewoner die ze uit bed hadden gehaald, bijkwamen met een sigaret, en elkaar steeds vroegen ‘hoeveel ze er al hadden gedaan.’ Ze bedoelden dan, hoeveel mensen ze al uit bed hadden geholpen.
Ik als uitzendkracht kreeg vaak de ‘moeilijke’ gevallen. De mensen die je op bed moest wassen en aankleden en met een tillift uit bed moest halen. Dus als ik dan met mijn adem in dat rookhol binnen kwam, kon ik meestal maar antwoorden met ‘1’. Om vervolgens te horen dat anderen er al 3 of 4 hadden gedaan. Als ik dan zei dat je op deze manier geen mensen kunt vergelijken, werd ik meewarig en smalend aangekeken.
Strak regime
Er heerste een strak regime. Opstaan, ontbijten, plasronde, koffie, activiteit, lunch, plasronde enz.
Mevrouw Bakker woonde er al een tijdje. Naast lichamelijke problemen, had ze ook dementie. Ze moest vaak naar de wc. Meestal buiten de plasrondes. Dit was veel werk, want mevrouw moest met een tillift naar het toilet worden geholpen. Wanneer iedereen geweest was, dan moest mevrouw wéér naar de wc. Ze was hier heel dwingend in. Ze reed bijvoorbeeld een medewerker klem en eiste dat ze naar de wc werd geholpen.
Medewerkers gingen haar ontlopen, negeren en werden boos. Er werd geroepen dat ze het maar in haar inco moest doen. Het hielp niks. Sterker nog, het dwingende gedrag werd steeds erger.
Aandacht
Ik wist natuurlijk nog niet veel over zorg of dementie, maar voelde wel dat er iets anders achter zat. Toen ik vroeg of mevrouw misschien eigenlijk een andere behoefte had dan plassen, werd er geïrriteerd gereageerd. ‘Nee hoor, ze wil gewoon aandacht!’
Ah, dan zit dat er dus achter dacht ik, maar durfde er niet teveel over te zeggen.
Nu weet ik dat mevrouw waarschijnlijk inderdaad vooral behoefte had aan aandacht.
Mensen met dementie voelen zich vaak onveilig. De woonomgeving is onbekend, de mensen niet vertrouwd en de drukte op de afdeling zorgt voor overprikkeling. Het gevolg kan zijn dat iemand met dementie dan steun gaat zoeken. Veiligheid, houvast. Iemand die even exclusief de aandacht voor ze heeft en ze helpt met een handeling die ze goed kent. Misschien was het toilet vroeger thuis ook wel een rustplek voor mevrouw. En als je merkt dat er verder weinig naar je wordt omgekeken tenzij je naar de wc moet, dan is dat dus de manier om te krijgen wat je nodig hebt.
Beter was geweest als mevrouw op een positieve manier aandacht had gekregen. Door een praatje, aanraking of het doen van een activiteit. Dan had ze zich gezien en gehoord gevoeld en had ze afleiding gehad. Grote kans dat ze genoeg had aan de standaard plasrondes die er waren ingesteld.