Van lang zitten gaat je kont schimmelen
We zitten aan tafel en praten over dagelijkse bezigheden. Mevrouw V. die dementie heeft, haar man die fysieke hulp nodig heeft en ik. Mevrouw is aan het diamond painten en laat zien wat ze aan het maken is. Ze vraagt wat ik wil drinken en staat op om een glas water voor me te pakken. Onderweg naar de keuken zegt ze dat ze altijd bezig is en nooit stil zit, want “van zitten gaat je kont schimmelen.” Ik moet hartelijk lachen om haar uitdrukking. Ik krijg een glas water en we praten nog even verder. Dan zeg ik dat het tijd is voor haar medicijnen. Ze staat gelijk op, loopt richting kast en ik zeg “Wat goed dat u ze zelf gaat pakken, want van zitten gaat je kont schimmelen, toch?”. Ze draait zich verbaasd en lachend om en zegt “Nou dat is toevallig, dat zeg ik ook altijd! Ik heb nog nooit iemand gehoord die die uitdrukking kent, echt heel grappig!”
Ik lach mee en zeg “Nou dat is inderdaad heel toevallig zeg!” en geef meneer een knipoog.
Ze komt weer naast me zitten, neemt haar medicatie in en vertelt enthousiast verder over leuke uitdrukkingen uit haar jeugd.
In onze S.P.E.E.L.S methode beschrijven we het belang van stralend falen. Ik had kunnen reageren met “Ik kende die uitdrukking niet, maar u zei dat net, 2 minuten geleden.” Dat was eerlijk geweest, maar mevrouw had zich hoogstwaarschijnlijk rot gevoeld omdat ze door had dat ze het was vergeten en haar brein haperde.
Nu voelde ze verbondenheid met mij, hebben we samen gelachen en liet ik haar stralen, ondanks haar ‘falen’. Ze heeft niet door gehad dat ze faalde, voor zover je van falen kunt spreken, want wie bepaalt eigenlijk wanneer iets fout is?
Klinkt heel logisch en toch is vaak onze eerste reactie om iemand te corrigeren en ‘eerlijk’ te reageren, maar hoe ‘eerlijk’ is het om iemand te wijzen op ‘fouten’ als het brein niet meer werkt als voorheen?
Van lang zitten gaat je kont schimmelen
We zitten aan tafel en praten over dagelijkse bezigheden. Mevrouw V. die dementie heeft, haar man die fysieke hulp nodig heeft en ik. Mevrouw is aan het diamond painten en laat zien wat ze aan het maken is. Ze vraagt wat ik wil drinken en staat op om een glas water voor me te pakken. Onderweg naar de keuken zegt ze dat ze altijd bezig is en nooit stil zit, want “van zitten gaat je kont schimmelen.” Ik moet hartelijk lachen om haar uitdrukking. Ik krijg een glas water en we praten nog even verder. Dan zeg ik dat het tijd is voor haar medicijnen. Ze staat gelijk op, loopt richting kast en ik zeg “Wat goed dat u ze zelf gaat pakken, want van zitten gaat je kont schimmelen, toch?”. Ze draait zich verbaasd en lachend om en zegt “Nou dat is toevallig, dat zeg ik ook altijd! Ik heb nog nooit iemand gehoord die die uitdrukking kent, echt heel grappig!”
Ik lach mee en zeg “Nou dat is inderdaad heel toevallig zeg!” en geef meneer een knipoog.
Ze komt weer naast me zitten, neemt haar medicatie in en vertelt enthousiast verder over leuke uitdrukkingen uit haar jeugd.
In onze S.P.E.E.L.S methode beschrijven we het belang van stralend falen. Ik had kunnen reageren met “Ik kende die uitdrukking niet, maar u zei dat net, 2 minuten geleden.” Dat was eerlijk geweest, maar mevrouw had zich hoogstwaarschijnlijk rot gevoeld omdat ze door had dat ze het was vergeten en haar brein haperde.
Nu voelde ze verbondenheid met mij, hebben we samen gelachen en liet ik haar stralen, ondanks haar ‘falen’. Ze heeft niet door gehad dat ze faalde, voor zover je van falen kunt spreken, want wie bepaalt eigenlijk wanneer iets fout is?
Klinkt heel logisch en toch is vaak onze eerste reactie om iemand te corrigeren en ‘eerlijk’ te reageren, maar hoe ‘eerlijk’ is het om iemand te wijzen op ‘fouten’ als het brein niet meer werkt als voorheen?