Wil je koffie?
wil je koffie?
Stel je eens voor dat je een belangrijke afspraak hebt in een voor jou onbekende stad. Het was een stressvolle ochtend. De broek die je aan wilde bleek nog nat aan de waslijn te hangen, je sleutels vond je pas na een kwartier zoeken tussen het speelgoed van de kinderen en je was nog maar net op tijd voor de trein.
Gelukkig ben je aangekomen in de stad waar je moet zijn. Je pakt je telefoon om de navigatie aan te doen zodat je kunt zien hoe je moet lopen, shit! Batterij leeg. Blijkbaar zat de stekker niet goed in het stopcontact vannacht. Dit kun je er nou net niet bij hebben!
Nee, natuurlijk niet!
Je loopt op een vriendelijk ogende man af en vraagt hoe je bij de Magnoliastraat komt. De man reageert met “Wil je een kopje koffie?” Nee, natuurlijk wil je geen kopje koffie, je hebt hartstikke veel haast. Je bedankt hem vriendelijk, zegt dat je geen tijd hebt en herhaalt je vraag nog een keer. En weer zegt de man “Kom, dan gaan we koffie drinken.” Iets minder vriendelijk geef je aan dat je echt graag wil weten hoe je bij de Magnoliastraat komt omdat je een belangrijke afspraak hebt. De man is een volhouder en zegt “Doe niet zo moeilijk, ga gewoon mee, dan krijg je er ook nog een lekker koekje bij.” Boos en verward loop je weg, op zoek naar iemand die je wel kan helpen.
Frustraties en onveiligheid
Deze situatie lijkt absurd, maar het is precies wat veel zorgmedewerkers doen wanneer bewoners met dementie graag de afdeling af willen, op de verkeerde kamer rommelen of ergens aanzitten waar ze niet aan mogen zitten. Afleiden dus. Met koffie, met een spelletje of met een grapje. Dat kan in sommige situaties heel effectief zijn, maar vaak zorgt het ook voor frustraties. Als je als man of vrouw met dementie er van overtuigd bent dat je ergens naartoe moet of iets moet doen en je wordt niet serieus genomen, kan dat zorgen voor een gevoel van onbegrip en onveiligheid.
Ga mee in de beleving
Probeer eens wat meer mee te gaan met de beleving van de bewoner en neem hem of haar serieus. Als mevrouw Pieters zegt dat ze naar buiten moet omdat ze moet werken en vervolgens aan de deur naar de uitgang zit te morrelen, vraag dan wat voor werk ze doet en biedt aan met haar mee te lopen. Loop vervolgens een andere kant op, naar de tuin, naar de huiskamer, door de gang. Stel vragen over haar werk of vertel wat over jouw werk. Je zult zien dat de situatie dan veel minder snel escaleert. Als meneer Koerts in de kamer van mevrouw Pieters aan het rommelen is, vraag dan niet of hij koffie wil, maar vraag wat hij zoekt en bied aan mee te zoeken in een andere kamer.
Wil je leren hoe je echt contact maakt bij dementie? Meld je dan aan voor de open training of bestel ons boek
Wil je koffie?
wil je koffie?
Stel je eens voor dat je een belangrijke afspraak hebt in een voor jou onbekende stad. Het was een stressvolle ochtend. De broek die je aan wilde bleek nog nat aan de waslijn te hangen, je sleutels vond je pas na een kwartier zoeken tussen het speelgoed van de kinderen en je was nog maar net op tijd voor de trein.
Gelukkig ben je aangekomen in de stad waar je moet zijn. Je pakt je telefoon om de navigatie aan te doen zodat je kunt zien hoe je moet lopen, shit! Batterij leeg. Blijkbaar zat de stekker niet goed in het stopcontact vannacht. Dit kun je er nou net niet bij hebben!
Nee, natuurlijk niet!
Je loopt op een vriendelijk ogende man af en vraagt hoe je bij de Magnoliastraat komt. De man reageert met “Wil je een kopje koffie?” Nee, natuurlijk wil je geen kopje koffie, je hebt hartstikke veel haast. Je bedankt hem vriendelijk, zegt dat je geen tijd hebt en herhaalt je vraag nog een keer. En weer zegt de man “Kom, dan gaan we koffie drinken.” Iets minder vriendelijk geef je aan dat je echt graag wil weten hoe je bij de Magnoliastraat komt omdat je een belangrijke afspraak hebt. De man is een volhouder en zegt “Doe niet zo moeilijk, ga gewoon mee, dan krijg je er ook nog een lekker koekje bij.” Boos en verward loop je weg, op zoek naar iemand die je wel kan helpen.
Frustraties en onveiligheid
Deze situatie lijkt absurd, maar het is precies wat veel zorgmedewerkers doen wanneer bewoners met dementie graag de afdeling af willen, op de verkeerde kamer rommelen of ergens aanzitten waar ze niet aan mogen zitten. Afleiden dus. Met koffie, met een spelletje of met een grapje. Dat kan in sommige situaties heel effectief zijn, maar vaak zorgt het ook voor frustraties. Als je als man of vrouw met dementie er van overtuigd bent dat je ergens naartoe moet of iets moet doen en je wordt niet serieus genomen, kan dat zorgen voor een gevoel van onbegrip en onveiligheid.
Ga mee in de beleving
Probeer eens wat meer mee te gaan met de beleving van de bewoner en neem hem of haar serieus. Als mevrouw Pieters zegt dat ze naar buiten moet omdat ze moet werken en vervolgens aan de deur naar de uitgang zit te morrelen, vraag dan wat voor werk ze doet en biedt aan met haar mee te lopen. Loop vervolgens een andere kant op, naar de tuin, naar de huiskamer, door de gang. Stel vragen over haar werk of vertel wat over jouw werk. Je zult zien dat de situatie dan veel minder snel escaleert. Als meneer Koerts in de kamer van mevrouw Pieters aan het rommelen is, vraag dan niet of hij koffie wil, maar vraag wat hij zoekt en bied aan mee te zoeken in een andere kamer.
Wil je leren hoe je echt contact maakt bij dementie? Meld je dan aan voor de open training of bestel ons boek