Lesbisch laatje bij dementie
Mevrouw heeft een lesbisch laatje
Ik haal de sleutel uit de sleutelkluis en open de deur. Ik roep “Goedemorgen” vanaf de gang en loop naar de woonkamer. Mw zit in de stoel en draait zich om. “Goedemorgen, ken ik jou? Ben jij al eens eerder geweest?” Ik zeg dat ik vaker ben geweest, maar dat dat lang geleden is en stel me opnieuw voor. Mevrouw lacht en zegt dat ik van harte welkom ben. Ik help mevrouw met douchen en aankleden en geef haar de medicatie. Dan ziet ze de tatoeage op mijn onderarm, pakt mijn hand vast, bekijkt de tatoeage uitvoerig en zegt “Heeft je vrouw dezelfde tatoeage?” Verbaasd kijk ik haar aan. Ik kan me nauwelijks herinneren dat ik verteld heb dat ik een vrouw heb, want dat is niet iets wat ik snel vertel bij cliënten. Blijkbaar weet ze dus toch wie ik ben! Ik vertel haar dat we inderdaad dezelfde tatoeage hebben en waarom we die hebben laten zetten.
De keren daarna verlopen ook ongeveer zo. Ze weet niet precies wie ik ben, maar altijd ergens tijdens de zorg zegt ze dingen als “Ik ken nog iemand die lesbisch is”, “Neem je je vrouw de volgende keer mee?” Of “Doe je je vrouw de groeten?”
Ik vind het fascinerend! Haar brein hapert aan alle kanten door de dementie, maar blijkbaar heeft het feit dat ik samen leef met een vrouw zo’n indruk achter gelaten dat er altijd een moment komt dat ineens dat laatje open gaat en ze die informatie weer linkt aan mij.
Dat is zo bijzonder bij dementie, het is altijd weer een verrassing welk laatje wanneer open gaat en welke gesloten blijft.
Soms gaat er een laatje open die wat minder vriendelijk is. Dat ondervond ik al snel toen ik begon als verpleegkundige.
Lesbisch laatje bij dementie
Mevrouw heeft een lesbisch laatje
Ik haal de sleutel uit de sleutelkluis en open de deur. Ik roep “Goedemorgen” vanaf de gang en loop naar de woonkamer. Mw zit in de stoel en draait zich om. “Goedemorgen, ken ik jou? Ben jij al eens eerder geweest?” Ik zeg dat ik vaker ben geweest, maar dat dat lang geleden is en stel me opnieuw voor. Mevrouw lacht en zegt dat ik van harte welkom ben. Ik help mevrouw met douchen en aankleden en geef haar de medicatie. Dan ziet ze de tatoeage op mijn onderarm, pakt mijn hand vast, bekijkt de tatoeage uitvoerig en zegt “Heeft je vrouw dezelfde tatoeage?” Verbaasd kijk ik haar aan. Ik kan me nauwelijks herinneren dat ik verteld heb dat ik een vrouw heb, want dat is niet iets wat ik snel vertel bij cliënten. Blijkbaar weet ze dus toch wie ik ben! Ik vertel haar dat we inderdaad dezelfde tatoeage hebben en waarom we die hebben laten zetten.
De keren daarna verlopen ook ongeveer zo. Ze weet niet precies wie ik ben, maar altijd ergens tijdens de zorg zegt ze dingen als “Ik ken nog iemand die lesbisch is”, “Neem je je vrouw de volgende keer mee?” Of “Doe je je vrouw de groeten?”
Ik vind het fascinerend! Haar brein hapert aan alle kanten door de dementie, maar blijkbaar heeft het feit dat ik samen leef met een vrouw zo’n indruk achter gelaten dat er altijd een moment komt dat ineens dat laatje open gaat en ze die informatie weer linkt aan mij.
Dat is zo bijzonder bij dementie, het is altijd weer een verrassing welk laatje wanneer open gaat en welke gesloten blijft.
Soms gaat er een laatje open die wat minder vriendelijk is. Dat ondervond ik al snel toen ik begon als verpleegkundige.