Meneer Joris stikt bijna

Freya & Hanneke
Auteur:

Hoe meneer Joris bijna het loodje legde tijdens het eten en mevrouw Jacobs dat maar een hoop drukte vond.

Het is woensdagmiddag. In de gemeenschappelijke huiskamer zitten twee bewoners te eten. Gehaktballen! Meneer Joris en Mevrouw Jacobs. Ik eet gezellig met ze mee.

Dan verslikt meneer Joris zich. Er wordt gekucht, naar adem gehapt. Al snel merk ik dat het foute boel is. Dit is niet zomaar verslikken.

Ik probeer de heimlich manoeuvre. Zonder succes. Terwijl ik de heimlich manoeuvre blijf proberen roep ik een collega. Zij neemt het van me over. Meneer Joris begint een alarmerende kleur te krijgen. Een derde collega komt aan gesneld, we doen er met ons drieën alles aan om Meneer Joris van de verstikkingsdood te redden.

Niets lijkt te helpen. Dan ineens schiet het stukje eten los en belandt op tafel. Meneer Joris hapt naar adem. Wij kijken elkaar vol adrenaline aan. Zoiets gaat je niet in je koude kleren zitten, kan ik je vertellen.

Dan kijkt mevrouw Jacobs op, die tot dan toe rustig verder zat te eten en geen enkele reactie gaf op de kleine ramp die zich aan het voltrekken was tegenover haar. “Nou nou, moet dat nou, al die drukte tijdens het eten?”, zegt ze geïrriteerd.

Onze hersenen zijn, heel simplistisch gezegd, onderverdeeld in een bovenbrein en een onderbrein. Het bovenbrein zorgt onder andere voor zaken als reflecteren, inleven, plannen, tijdsbesef en het beheersen van emoties.
Het onderbrein zorgt voor zaken als impulsiviteit, spontaniteit, ordenen en sorteren.

Bij mensen met dementie wordt het bovenbrein vaak als eerste aangedaan. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat jouw persoon met dementie niet meer zo goed kan plannen. Het volgende is vast herkenbaar, jij wilt om 10 uur even langs bij jouw persoon met dementie, maar ze zegt dat dit niet kan, want om 15.30 komt de pedicure. Tijdsbesef en plannen is erg lastig.

Het zorgt er dus ook voor dat iemand met dementie zich niet zo goed kan inleven in anderen. En het bovenbrein zorgt ervoor, dat we emoties die we allemaal hebben maar die niet zo ‘aardig’ zijn om onverbloemd te uiten, misschien voor ons houden of op een andere manier uiten.

Als het bovenbrein niet meer werkt krijg je een reactie zoals mevrouw Jacobs gaf, die al die drukte en commotie tijdens haar maaltijd maar vervelend gedoe vond. Dat meneer Joris bijna uit het leven stapte terwijl zij haar gehaktbal at, deed haar weinig.
Dat maakt mevrouw Jacobs geen vreselijk kil mens, maar een vrouw met een beschadigd bovenbrein.

Meer weten over dementie, waar gedrag vandaag kan komen en hoe je hiermee omgaat?
Bestel het boek Zeg JA bij dementie

Meneer Joris stikt bijna

Freya & Hanneke
Auteur:

Hoe meneer Joris bijna het loodje legde tijdens het eten en mevrouw Jacobs dat maar een hoop drukte vond.

Het is woensdagmiddag. In de gemeenschappelijke huiskamer zitten twee bewoners te eten. Gehaktballen! Meneer Joris en Mevrouw Jacobs. Ik eet gezellig met ze mee.

Dan verslikt meneer Joris zich. Er wordt gekucht, naar adem gehapt. Al snel merk ik dat het foute boel is. Dit is niet zomaar verslikken.

Ik probeer de heimlich manoeuvre. Zonder succes. Terwijl ik de heimlich manoeuvre blijf proberen roep ik een collega. Zij neemt het van me over. Meneer Joris begint een alarmerende kleur te krijgen. Een derde collega komt aan gesneld, we doen er met ons drieën alles aan om Meneer Joris van de verstikkingsdood te redden.

Niets lijkt te helpen. Dan ineens schiet het stukje eten los en belandt op tafel. Meneer Joris hapt naar adem. Wij kijken elkaar vol adrenaline aan. Zoiets gaat je niet in je koude kleren zitten, kan ik je vertellen.

Dan kijkt mevrouw Jacobs op, die tot dan toe rustig verder zat te eten en geen enkele reactie gaf op de kleine ramp die zich aan het voltrekken was tegenover haar. “Nou nou, moet dat nou, al die drukte tijdens het eten?”, zegt ze geïrriteerd.

Onze hersenen zijn, heel simplistisch gezegd, onderverdeeld in een bovenbrein en een onderbrein. Het bovenbrein zorgt onder andere voor zaken als reflecteren, inleven, plannen, tijdsbesef en het beheersen van emoties.
Het onderbrein zorgt voor zaken als impulsiviteit, spontaniteit, ordenen en sorteren.

Bij mensen met dementie wordt het bovenbrein vaak als eerste aangedaan. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat jouw persoon met dementie niet meer zo goed kan plannen. Het volgende is vast herkenbaar, jij wilt om 10 uur even langs bij jouw persoon met dementie, maar ze zegt dat dit niet kan, want om 15.30 komt de pedicure. Tijdsbesef en plannen is erg lastig.

Het zorgt er dus ook voor dat iemand met dementie zich niet zo goed kan inleven in anderen. En het bovenbrein zorgt ervoor, dat we emoties die we allemaal hebben maar die niet zo ‘aardig’ zijn om onverbloemd te uiten, misschien voor ons houden of op een andere manier uiten.

Als het bovenbrein niet meer werkt krijg je een reactie zoals mevrouw Jacobs gaf, die al die drukte en commotie tijdens haar maaltijd maar vervelend gedoe vond. Dat meneer Joris bijna uit het leven stapte terwijl zij haar gehaktbal at, deed haar weinig.
Dat maakt mevrouw Jacobs geen vreselijk kil mens, maar een vrouw met een beschadigd bovenbrein.

Meer weten over dementie, waar gedrag vandaag kan komen en hoe je hiermee omgaat?
Bestel het boek Zeg JA bij dementie